Maandag 23 oktober 2023
Gods tien woorden brengen muziek in ons leven – 2e gebod God heeft hartstochtelijk lief en is groter dan welk (denk)beeld ook! 3e overdenking in een serie over de tien geboden (Exodus 20)
1e lied: Hoort des HEREN woord – Psalm 81 : 4, 6 (GKb) en 11,12 (OB)
Bijbel: Exodus 20: 4-6 – NBV21 (2e gebod)
Ex. 20 4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op
de aarde of in het water onder de aarde. 5 Kniel er niet voor neer en vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. [NBG 1951: Ik ben een naijverig God…; NBV 2004: Ik duld geen andere goden naast mij.] 6 Als ouders Mij haten en zondigen, roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste geslacht. [NBG 1951: …die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
Overdenking: God heeft hartstochtelijk lief en is groter dan welk (denk)beeld ook!
Hebt u misschien afgodsbeelden in huis? Bijvoorbeeld < van de god Baäl of godin Astarte? Nee? Ik had ook niet anders van u verwacht…
U hebt toevallig onlangs ook geen afgodsbeeldje gekregen bij de expositie van het Bijbels Museum? Een kunstenares had 1900 beeldjes gemaakt van Asjera, godin van de zee, vruchtbaarheid en seks. Asjera werd > vereerd in Kanäan vereerd en gold als vrouw van oppergod El/Baäl. NB: afgodsbeeldjes in een Bijbels Museum! Weet u wat er een week geleden, vlak voor het einde van de expositie, gebeurde? Een bezoeker (81) vond dat niet kunnen, trapte een deel kapot, waabij ze zei: “Er is maar één God, er is maar één Jahweh!” Eigenlijk deed ze als Gideon, die Baälbeelden in Israël omverhaalde. Het 2e gebod zegt: Maak geen godenbeelden, kniel niet ervoor neer, vereer ze niet. Typisch zo’n gebod, waarvan wij zeggen: dat doen wij niet! Wij Drenten zijn nuchter, net als Groningers en Zeeuwen van wie men zegt: die zijn uit de klei getrokken.
Nu, God heeft óók de Israëlieten uit de klei getrokken! Uit de klei, waarvan ze in Egypte stenen moesten bakken. Van klei werden in Egypte ook afgodsbeelden gemaakt. En in Kanaän maakten de Filistijnen beelden van Baäl, god van de regen en bliksem, en Astarte of Asjera, godin van de vruchtbaarheid. In tijden van droogte of hongersnood bracht men die offers, in de hoop op betere tijden. Het erge was: Israel nam het over! Het tragische van afgodsbeelden is, dat men vaak denkt God hiermee in de vingers te hebben en te kunnen manipuleren. Maar God zegt juist: ‘Nee, geen beelden van Mij! Dien mij, zoals Ik het wil. Probeer Mij niet te vangen in een beeld of denkbeeld.’
Psalm 115 zegt van afgodsbeelden heel nuchter: ‘Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken; hebben ogen, maar kunnen niet zien; oren, maar kunnen niet horen; een neus, maar kunnen niet ruiken. Zoals zij, zo worden ook hun makers.’ Ook andere Psalmen (81, 97, 106, 135) waarschuwen voor het vereren van afgoden. Er zit geen muziek in het vereren van vreemde goden; integendeel! Paulus stuitte eeuwen later op zijn zendingsreizen ook op verering van godenbeelden van Zeus, Diana, Artemis. In Europa knielde men voor de goden Wodan, Donar en Freia. Vandaag buigen figuurlijk velen voor de goden Auto, Alcohol, Geld, Eerzucht, Macht, Koning Voetbal, Seks,Klimaat, Welvaart enz. Die dingen kunnen prettig en belangrijk zijn. Maar als ze belangrijker zijn dan Koning Jezus, dan zijn ‘t mijn afgoden geworden. Daar kan God niet tegen. Toen en nu niet.
Waarom niet? Omdat onze God geen ontrouw duldt (NBV21).
Vroeger stond er: “Ik ben een na-ijverig / jaloers God.” Dat kan je maar zo storen. Wij vinden jaloezie een slechte eigenschap, die de sfeer bij mensen flink kan bederven. Is God jaloers? Nee, daar zit geen muziek in.
Wel als je zegt: God is vurig, hartstochtelijk. God zegt niet tegen zijn volk: ’Ik heb jullie uit de slavernij bevrijd; red je nu verder maar. Het maakt Me niet uit of je Mij eert, de levende God, of dode goden van hout en steen.’ Nee, God zet zich enorm voor mensen in, met hart en ziel!’ Daarom is Hij diep geraakt als wij zijn liefde, trouw en zorg beantwoorden met haat, onverschilligheid en minachting. God komt ons ‘bezoeken’. Dat heeft zeker het element van verontwaardiging, van ons aansprakelijk stellen, van straffen zelf. Maar vooral van Gods inzet en hartstocht.
Zoals toen God God Adam en Eva na de zondeval opzocht en vroeg: “Waar ben je?” Wonderlijk, God ging en gaat door met de mens. Dat deed Hij ook met Israël! Hoe vaak ging ’t er mis. Toch bleef God hen ‘bezoeken’.
Juist daarom waarschuwt Hij om van Hem niet een verkeerd beeld te maken of geven. Misschien kreeg u niets anders van God te zien en te horen dan hardheid en strengheid. Soms leidde dat tot afhaken: weg met zo’n God! Anderen zijn opgescheept met de gedachte van toegeeflijkheid. Daardoor werden bijbellezen, bidden en kerkgang geleidelijk minder. Alsof dat geen impact heeft op het 2e, 3e en 4e geslacht!
Zijn kinderen en kleinkinderen dan de dupe van onze tekortkomingen en zonden?
Dat is toch niet eerlijk? Ieder mens is toch zelf verantwoordelijk voor zijn daden?
Zeker! Maar God waarschuwt: wees je bewust hoe jouw fouten of nalatigheden – Mij háten, d.w.z. Mij niet de liefde geven die Ik verdien – negatief doorwerken in de generaties. Besef je voorbeeldfunctie. En ook je menselijke beperktheid: ik heb ’t geloof niet in de hand, ik kan het niet geven; dat kan God alleen.
God straft niet zomaar. Dat lees ik ook in Ezechiël 18: één vers haal ik er vooral uit (v. 23): ‘Denken jullie dat Ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt de HEER. Nee, Ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft’.
Ook al houd ik zo mijn vragen, dit goede nieuws klinkt mij als muziek in de oren. Dat goede nieuws hoor ik ook in het slot van het 2e gebod: ‘als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw /barmhartigheid tot in het duizendste geslacht.’ Wat een verstrekkende belofte klinkt daarin door! “Gods barmhartigheid strekt zich verder uit dan zijn toorn” (Ursinus, een van de opstellers van de Heidelbergse Catechimus). De muziek van het 2e gebod zit er in, dat God ook óns bezoekt, in Jezus Christus. Hij is ‘beeld van God, de onzichtbare, en door Hem heeft God alles met zich willen verzoenen door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis’ (Kolossenzen 1:15,20) .
Ik sluit af met de bede:
“O Vader, dat uw liefde ons blijk, / o Zoon, maak ons uw beeld gelijk.
o Geest, zend uwe troost ons neer. / Drie-enig God, U zij al d’eer” (LvdK 383:7)
Amen
2e lied: Nu bidden wij met ootmoed en ontzag – Gezang 95:1 (LvdK) bij Efeziërs 3:14-21
Gebed:
Goede God in de hemel,
U bent groot, en vol goedheid, liefdevol, genadig en hartstochtelijk. U bent heilig en zuiver, U duldt geen kwaad of onrecht. Geef dat wij U niet proberen anders voor te stellen dan U bent. Wij kennen U als hemelse Vader van vele kinderen, en zo mogen wij U aanspreken. Maar ook moederlijke zijn U eigen, als U zegt: ‘Zoals een moeder haar zoon troost, zo zal Ik jullie troosten (Jes. 66:13). En een Psalm zegt, dat we rust mogen vinden bij U, ‘zoals een kind, de borst ontwend, stil is bij z’n moeder’ (Psalm 131:2). U bent groter dan wij, U bent man noch vrouw, U overstijgt die en zo hebt U ons geschapen naar uw beeld, als man en vrouw. Heer, help ons U trouw te blijven. Geef dat ook aan ons nageslacht. We bidden U om geloof en omkeer, dat het zaad dat we in gebrekkigheid zaaiden in onze gezinnen, toch vrucht mag dragen tot eer van uw naam. Bewijs ons uw trouw en barmhartigheid.
Amen
Hartelijke groet van Klaas van Hoek, geestelijk verzorger De Westerkim