Quiz Italië: Test je kennis over Italië!

Quizvragen Italië: het land

Italië heeft een rijke geschiedenis. Er is veel te leren op het gebied van de aardrijkskunde. Hoe staat het met jouw kennis over de geschiedenis en geografie van Italië?

1.Eén van de onderstaande eilanden behoort niet tot Italië. Welke is dat?

  • Giglio
  • Ponza
  • Formentera
  • Capri

2. Italië kent verschillende componisten. Wie van de onderstaande personen heeft ‘De Vier Jaargetijden’ gecomponeerd?

  • Antonio Vivaldi
  • Claudio Monteverdi
  • Gioachino Rossini
  • Vincenco Bellini

3. Het plafond van de Sixtijnse kapel is beschilderd. Welke kunstenaar heeft dit gedaan?

  • Filippo Lippi
  • Leonardo da Vinci
  • Michelangelo
  • Donatello

4. Er is een gebergte in Italië die het land door twee deelt. Welk gebergte wordt hier bedoeld?

  • Dolomieten
  • De Alphen
  • Rosengarten
  • De Apennijnen

5. In Italië zijn er veel verschillende vulkanen te vinden. Daarvan zijn er zelfs een aantal actief. Welk van de onderstaande vulkanen is niet meer actief?

  • Stromboli
  • Vesuvius
  • Solfatara
  • Etna

6. Welke uitvinding komt uit Italië?

  • De rekenmachine
  • De piano
  • Het potlood
  • De paperclip

7. De Italiaanse vlag kent drie kleuren; groen, wit en rood. Op welke datum is deze vlag officieel aangenomen?

  • 11 december 1798
  • 10 februari 1767
  • 7 januari 1797
  • 7 juni 1797

8. Italië staat onder andere bekend door de vele schitterende meren. Welk meer is het grootst?

  • Het Gardameer
  • Lago Maggiore
  • Het Comomeer
  • Het Ortameer

9. Italië bestaat uit verschillende regio’s. In welke regio is de hoofdstad van Italië gevestigd?

  • Toscane – Toscana
  • Latium – Lazio
  • Abruzzen – Abruzzo
  • Veneto

Quizvragen Italië: de Italiaanse cultuur

10. Italië is voor veel mensen een vakantieland. Toch gaat de Italiaanse bevolking zelf ook op vakantie in de zomerperiode. In welke maand is een groot gedeelte van de Italianen op vakantie?

  • Augustus
  • Juni
  • Juli
  • September

11. In de zomerperiode vinden er ook een aantal Italiaanse feestdagen plaats. Welke feestdag wordt gevierd op 2 juni?

  • Festa del lavoro
  • Giorno della liberazione
  • La festa della repubblica
  • Ferragosto

12. In Italië gaan veel mensen naar een kerk. Welke kerkelijke stroming is in Italië het grootst?

  • Christendom
  • Rooms-katholiek
  • Jodendom
  • Islam

13. Je kent het wel. ”Even afkloppen!” In Italië zijn ook veel mensen bijgelovig. Alleen wordt er niet afgeklopt op hout. Wat wordt wel aangeraakt?

  • Stenen
  • IJzer
  • Zand
  • Gras

Quizvragen Italië: de Italiaanse taal

14. Naar het toilet in een openbare ruimte. Het staat vast ergens aangegeven! Aan welk woord kun je het toilet herkennen?

  • Gabinetti
  • Panettiere
  • L’uscita
  • Biglietto

15. Wat betekent ‘acqua minerale frizzante’?

  • Water met ijs
  • Water zonder ijs
  • Water met prik
  • Water zonder prik

16. Een groet. Wat betekent ‘Buona notte!’?

  • Goedenavond
  • Goededag
  • Weltrusten
  • Goedemorgen

17. Reizen middels de ‘macchina’. Van welk vervoersmiddel maak je gebruik?

  • Trein
  • Auto
  • Fiets
  • Metro

18. Op straat spreekt iemand je aan. Hij geeft je een complimentje over je ‘scarpe’. Waarover gaat dit compliment?

  • Schoenen
  • Stropdas
  • Jas
  • Broek

19. Wat wordt er met ‘Che tempo fa domani’ bedoeld?

  • Vind jij het lekker weer?
  • Welk weer is het vandaag?
  • Was het gisteren mooi weer?
  • Welk weer is het morgen?

Quizvragen Italië: de Italiaanse keuken

20. Italië kent veel verschillende gerechten. Waaronder verschillende desserts. Welk dessert is Italiaans?

  • Tiramisú
  • Crème brêlée
  • Trifle
  • Tarte tatin

21. Italianen zijn dol op koffie. Wat wordt er bij een ‘caffè corretto’ toegevoegd?

  • Extra water
  • Extra melk
  • Suiker
  • Likeur

22. Een gerecht bevat ‘aglio’. Van welk ingrediënt wordt er dan gesproken?

  • Knoflook
  • Tomaten
  • Een soort kaas
  • Olijven

23. In een Italiaans restaurant vraag je naar een gerecht zonder ‘Funghi’. Welk ingrediënt laat de kok achterwege?

  • Paddenstoelen
  • Komkommer
  • Sla
  • Aubergine

24. Je bestelt een ‘antipasti’. Over welke gang wordt er gesproken?

  • Het voorgerecht
  • Het hoofdgerecht
  • Het dessert
  • Een borreltje

25. Eén van de onderstaande alcoholische drankjes is niet Italiaans. Welk drankje is dit?

  • Limoncello
  • Ameretto
  • Sangria
  • Franqelico

Bron: https://www.kattenberg.nl/nieuws/quiz-italie/

 

 

Quiz Italië: de antwoorden

  1. Formentera
  2. Antonio Vivaldi
  3. Michelangelo
  4. De Apennijnen
  5. Solfatara
  6. De piano
  7. 7 januari 1979
  8. Het Gardameer
  9. Latium – Lazio
  10. Augustus
  11. La festa della repubblica
  12. Rooms-katholiek
  13. IJzer
  14. Gabinetti
  15. Water zonder prik
  16. Weltrusten
  17. Auto
  18. Schoenen
  19. Welk weer is het morgen?
  20. Tiramisú
  21. Likeur
  22. Knoflook
  23. Paddenstoelen
  24. Het voorgerecht
  25. Sangria