Mevrouw Bellinga woont nu op Kampsheide. Ze is geboren in Genemuiden in een gezin met zes kinderen. Op haar 18e ging ze haar verloofde achterna, die werk kreeg bij Shell in Pernis. Ze kregen een nieuwe flat toegewezen op een prachtig plekje; het latere Vlaardingen. “Het was rustig, rustiger dan in Rotterdam. Niet te vergelijken met nu. De eerste tijd moesten we door het weiland naar ons huis, want er was nog geen weg. Mijn moeder kwam ook wel eens in haar eentje met de trein naar het verre Rotterdam. Het was een flinke vrouw, al zag ik dat pas later. Ze was op haar 47ste weduwe geworden en bleef achter met zes kinderen.”
“Mijn familie vond het water bij ons nogal vies, maar wij waren eraan gewend. Het had te maken met de uitstoot van de fabrieken en de watervervuiling. We dronken uit flesjes water en visite nam eigen water mee. Later bedacht Shell filteroplossingen, waardoor we het water wel gewoon konden drinken”.
Hun zoon werd geboren, maar hij bleek astmatisch. “We zaten letterlijk onder de rook van Pernis. Dat was heel slecht voor hem. Het gekke was dat hij bij mijn familie in Genemuiden nooit ziek was. Na veel wikken en wegen hebben we besloten terug te verhuizen naar het Noorden. Naar de schone lucht”. Haar man ging solliciteren en kwam bij Fokker terecht in Hoogeveen. “Eigenlijk wilde ik helemaal niet naar Drenthe, want het duurde eindeloos voordat ik in Genemuiden was. De treinverbinding was hopeloos”.